Hoe zit het met voorziet of voorzien?
De Nederlandse taal zit vol met werkwoorden die regelmatig tot verwarring leiden. Een veelgezochte vraag is: is het voorziet of voorzien? In dit artikel geef ik je op een heldere manier het antwoord, zodat jij voortaan weet wat de juiste vorm is.
Het werkwoord voorzien
Het werkwoord voorzien betekent voor iets zorgen of iets vooraf kunnen inschatten. Denk aan de zinnen: "We voorzien problemen bij dit project" of "Het pakket voorziet in alle behoeften." Zoals je ziet wordt het werkwoord op verschillende manieren gebruikt, en daarmee komen ook variaties in vervoeging om de hoek kijken.
De tegenwoordige tijd
In de tegenwoordige tijd verandert de vorm afhankelijk van het onderwerp van de zin:
Ik voorzie
Jij voorziet
Hij/zij/het voorziet
Wij/jullie/zij voorzien
Zoals je ziet is voorziet dus de derde persoon enkelvoud. Deze vorm gebruik je met hij, zij of het. Als je het hebt over jezelf of over een groep, gebruik je voorzie of voorzien.
Veelgemaakte fouten
De verwarring ontstaat vaak omdat men niet zeker weet of 'voorziet' de juiste vorm is, of dat 'voorzien' eigenlijk bedoeld wordt. De fout ontstaat meestal in zinnen waar niet goed op het onderwerp wordt gelet. Bijvoorbeeld: "De overheid voorzien in betere zorg." Dat klopt niet, want 'de overheid' is enkelvoud. Het moet zijn: "De overheid voorziet in betere zorg."
Oefenen met zinnen
Om het beter te onthouden is het goed om er een paar zinnen bij te nemen en bewust te kijken naar het onderwerp en de werkwoordsvorm. Let altijd op wie of wat iets doet. Is dat een enkelvoudig onderwerp zoals 'de regering' of 'het systeem'? Dan gebruik je voorziet. Is het onderwerp meervoud, zoals 'de gebruikers' of 'wij'? Dan is het voorzien.
Waarom deze uitleg belangrijk is
Taalfouten maken we allemaal weleens. Maar door even stil te staan bij de juiste werkwoordsvorm verbeter je niet alleen je taalgebruik, maar laat je ook een betere indruk achter – of dat nu in een mail, sollicitatiebrief of blog is. Dit soort kleine details maken het verschil.
Kort samengevat
Gebruik voorziet bij hij, zij of het. Gebruik voorzien bij wij, jullie, of zij (meervoud). Even goed opletten bij het maken van zinnen kan ervoor zorgen dat je deze veelvoorkomende fout niet meer maakt.