Is het vermaakt of vermaakt? Het verschil eenvoudig uitgelegd

Is het vermaakt of vermaakt? Het verschil eenvoudig uitgelegd

De verwarring rondom werkwoorden in het Nederlands

In de Nederlandse taal zijn werkwoorden soms lastig uit elkaar te houden, zeker als ze in de verleden tijd of voltooid deelwoord staan. Een veelgezochte, maar weinig uitgelegde vraag is het verschil tussen 'vermaakt' en 'vermaakt'. Dit komt doordat beide vormen bestaan, maar in een andere context gebruikt worden. In deze blogpost leg ik op een eenvoudige manier uit hoe je kunt weten wanneer je welke vorm moet gebruiken.

Wat betekent 'vermaakt'?

'Vermaakt' is een voltooid deelwoord van het werkwoord 'vermaken'. Dit werkwoord heeft meerdere betekenissen. Zo kun je mensen vermaken, oftewel amuseren. Maar het betekent ook kleding aanpassen of iets opnieuw maken. De vorm 'vermaakt' komt dus vaak voor, maar de betekenis hangt af van de context waarin je het gebruikt.

De betekenis van 'vermaken' als amuseren

Als je iemand vermaakt, betekent dit dat je iemand aan het lachen maakt of bezighoudt op een leuke manier. Denk aan een clown die kinderen vermaakt op een kinderfeestje. In dit geval gebruik je 'vermaakt' als de verleden tijd of het voltooid deelwoord: 'Hij heeft de kinderen goed vermaakt.'

De betekenis van 'vermaken' als aanpassen

Vermaken kan ook slaan op het aanpassen van kleding. Wanneer een kleermaker iets vermaakt, betekent dat bijvoorbeeld dat een broek ingenomen wordt of een jurk korter gemaakt wordt. Ook hier krijg je dezelfde vorm: 'De jurk is vermaakt.' Ondanks de verschillende betekenis, blijft de spelling van het werkwoord hetzelfde.

Waarom zorgt dit voor verwarring?

De verwarring ontstaat vooral doordat mensen niet altijd weten of een werkwoord eindigt op een 'd' of een 't' in de verleden tijd of als voltooid deelwoord. Hier geldt het ezelsbruggetje van 't kofschip, maar bij 'vermaken' heb je te maken met een stam die eindigt op een klinker (de stam is 'vermaak'). Hierdoor eindigt het voltooid deelwoord altijd op een 't'.

Ezelsbruggetje om het te onthouden

Als je twijfelt tussen ‘vermaakt’ en een mogelijke andere vorm, kijk dan naar de stam van het werkwoord. ‘Vermaken’ heeft als stam ‘vermaak’. Omdat die stam eindigt op een klinker, komt er bij het voltooid deelwoord een -t achter: vermaakt. Je zegt dus altijd: 'Ik heb me goed vermaakt' of 'De jas is netjes vermaakt.'

Tot slot

De juiste vorm is dus altijd 'vermaakt', ongeacht of je het hebt over plezier maken of een kledingstuk dat is aangepast. Omdat beide betekenissen bestaan, zie je het woord vaak in verschillende contexten. Hopelijk helpt deze uitleg je om het verschil voortaan goed te begrijpen en correct toe te passen. Dus de volgende keer dat je je afvraagt of het 'vermaakt' of 'vermaakt' is, weet je: het is altijd 'vermaakt'!